Voorzitter, om te beginnen met het onderwijs.

Mijn liefde voor het onderwijs begon toen ik zelf voor de klas stond als gastdocent cultuur. Het ontwikkelde zich verder tijdens mijn jaren bij het ministerie van Onderwijs en kwam tot wasdom toen ik mij hiervoor inzette als fractievoorzitter in Amsterdam.

Maar uit de gisteren verschenen Staat van het Onderwijs blijkt dat het slecht gesteld is met de kwaliteit. Ondanks het harde werk van leerlingen, leraren en schoolleiders. Maar liefst 1 op de 5 scholen wordt beoordeeld met een onvoldoende of zeer zwak. Een derde van de leerlingen kan niet goed lezen. En te vaak worden klassen naar huis gestuurd omdat er geen leraar is.

Een kantelpunt, dat vraagt om investeringen, ook door een toekomstig kabinet. Investeren in onderwijs, is immers investeren in Nederland. Maar er is meer nodig dan dat. Want om met de filosofe Martha Nussbaum te spreken, mag het onderwijs niet alleen dienen om economische burgers te produceren. Niet voor de winst. We moeten een breder perspectief omarmen, door meer aandacht voor de geesteswetenschappen, literatuur, cultuur en gezonde schoollunches in het onderwijs. Dit draagt niet alleen bij aan de intellectuele ontwikkeling en leesvaardigheid, maar ook aan de vorming van kritisch denkende en empathische mensen.

Anders gezegd: op school moet je niet iets, maar iemand worden. En om dat te bereiken moeten we beter luisteren naar leraren, ook als volwassenen. We moeten naast leraren staan en hende ruimte geven, zodat zij kinderen de beste kansen geven op een mooie toekomst.